U meet eerst op 3 plekken de breedte, namelijk bovenin, in het midden en onderin. Vervolgens neemt u het kleinst gemeten breedte en daar trekt u 5 mm vanaf. Dit is de breedte die u op geeft.
U meet eerst op 3 plekken de breedte, namelijk bovenin, in het midden en onderin. Vervolgens neemt u het kleinst gemeten breedte en daar trekt u 5 mm vanaf. Dit is de breedte die u op geeft.